Jezus' intocht in Israël
Mattheüs 2:15 en 2:19-22 (HSV)
- En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.
- Toen Herodes gestorven was, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom, in Egypte,
- en zegt: Sta op, neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en ga naar het land Israël, want zij die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven.
- Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder met zich mee, en kwam in het land Israël.
- Toen hij echter hoorde dat Archelaüs in Judea koning was in de plaats van zijn vader Herodes, was hij bevreesd daarheen te gaan. Maar nadat zij door een aanwijzing van God in een droom gewaarschuwd waren, vertrok hij naar het gebied van Galilea.
- En toen hij daar gekomen was, ging hij wonen in een stad die Nazareth heette, opdat vervuld werd wat door de profeten gezegd is: dat Hij Nazarener genoemd zal worden.
Herodes’ dood
Hoelang Jozef en Maria met Jezus in Egypte zijn geweest is niet precies vast te stellen. Dat hangt af van de vraag wanneer de magiërs Jezus hulde brachten en wanneer Herodes stierf. Op deze vragen omtrent de datering van gebeurtenissen ga ik elders op deze website in. Het verblijf in Egypte zal in elk geval niet korter dan een halfjaar geduurd hebben en niet langer dan anderhalf jaar.
Hun verblijf daar komt ten einde als Herodes aan een vreselijke ziekte stierf. Een engel van de Heere maakt dit aan Jozef in een droom bekend. Hij zegt tegen Jozef: ‘zij die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven’. Met het meervoud ‘zij’ worden behalve Herodes mogelijk ook anderen bedoeld, die het op Jezus gemunt hadden en die inmiddels ook gestorven zijn.
Jezus’ intocht in Israël
In Mattheüs 2:20 staat dan: ‘en ga naar het land Israël’. De engel zegt dus niet ‘keer terug naar Israël’. Kinderbijbels en verklaarders spreken over een terugkeer, maar Mattheüs duidt het aan als Jezus’ intocht in Israël, zoals eertijds het volk Israël het beloofde land introk. In vers 21 lezen we dan ook niet ‘en keerde terug’ maar ‘en kwam in het land Israël’. Of, zoals de Statenvertaling heeft ‘trek in het land Israëls’. Het is een uittocht (Exodus) uit Egypte en intocht in Israël. In dat kader haalt Mattheüs nu Hosea 11:1 aan: ‘Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen’ en ziet deze vervuld in Jezus’ binnentrekken van Israël vanuit Egypte. De woorden van Hosea herinneren aan Exodus 4:22, waar Mozes van God tegen Farao moet zeggen: ‘Mijn Zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël’ en in 4:23 ‘Laat Mijn zoon gaan, zodat het Mij kan dienen’. Zo heeft God nu Jezus, Zijn ware Zoon, als Hoofd van het volk Israël, uit Egypte geroepen en in Hem is zo Hosea 11:1 vervuld.
De vervulling houdt echter tegelijk in, niet alleen dat Jezus’ levensloop parallel loopt met de geschiedenis van het volk Israël, maar dat Hij haar volmaakt overdoet. Jezus belichaamt Israëls relatie met God (HSV Studiebijbel). Vanwege Israëls ongeloof leidde de uittocht tot een woestijnreis van veertig jaar en een lange omweg. Jezus gaat nu in de plaats van Israël. Voor Hem, de volmaakt gehoorzame Zoon, was een omweg niet nodig. Hij doet de Exodus over, maar dan via de kortste route. De vlucht naar Egypte en de intocht in Israël van Jezus is dan ook niet het enkele gevolg van Herodes’ moordzucht respectievelijk zijn dood. In Christus wordt het doel van God met de exodus van Zijn volk uit Egypte vervuld. Herodes wordt gebruikt ter vervulling van deze profetie, zoals de volkstelling op last van keizer Augustus gebruikt werd voor de vervulling van de profetie dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden. Intussen blijft Jezus’ intocht er een in vernedering. Straks moet Hij weer uitwijken voor Archelaüs en in plaats van in Bethlehem in het onbekende en afgelegen Nazareth wonen.
Naar Nazareth
Op aanwijzing van de engel neemt Jozef ‘het Kind en Zijn moeder’, zoals het in Mattheüs 2 vier keer heet, met zich mee. Zo gaan ze wéér een lange reis maken. Voor Maria is het de vierde keer binnen twee tot tweeënhalf jaar. Eerst van Nazareth naar Judea en weer terug. Daarna van Nazareth naar Bethlehem, toen van Bethlehem naar Egypte en vanuit Egypte naar - uiteindelijk - Nazareth. Dit wordt de langste reis. We weten niet waar zij in Egypte verbleven, kort over de grens met Egypte of toch misschien Heliopolis? Afhankelijk daarvan kon deze hele vierde reis weleens minstens 350 tot 550 km lang zijn geweest en meer dan een week geduurd hebben. Weer zullen zij dus van een karavaan gebruik gemaakt hebben. In totaal heeft Maria dan zo’n 1200 km of meer gereisd! Jozef 900 km.
Uit vers 22 valt op te maken, dat Jozef zich weer in Judea wilde vestigen, blijkbaar in Bethlehem als de stad van David. Dat kan misschien opgemaakt worden uit het feit, dat Jozef en Maria ook na de voorstelling in de tempel nog in Bethlehem waren blijven wonen. De wijzen verschenen daar aan hen en zij woonden er dus al maanden of een jaar lang. Maar misschien lag blijvende vestiging in Bethlehem voor de bewoners daar na de kindermoord wel te gevoelig en had Jozef een ander plan. Bijvoorbeeld Jeruzalem.
Maar toen Jozef in Judea aankwam vernam hij dat Herodes’ zoon Archelaüs daar koning was. Deze deed voor zijn vader nauwelijks onder. Aan het begin van zijn regering liet hij bijvoorbeeld een slachting aanrichting onder drieduizend Joden, die in de tempel in Jeruzalem tegen hem in opstand waren gekomen. Jozef was dus bang om in Judea te blijven. Maar God gaf Jozef in een droom (de vierde), aanwijzing om naar Galilea verder te reizen. Daar regeerde een andere zoon van Herodes de Grote, namelijk Herodes Antipas. Deze was vredelievender dan zijn vader en zijn broer.
Het lag toen voor de hand om maar weer naar Nazareth te gaan, waar ze eerder hadden gewoond. Maria’s familie woonde ook in die omgeving, in Kana. Zo kwam Jezus te wonen in het onbetekenende plaatsje Nazareth in het land Zebulon. Afgemeten naar het stadje Bethlehem, de Davidsstad, en zeker afgemeten naar de stad Jeruzalem, de Koningsstad, was Nazareth dus een neergang en vernedering. Jezus heeft daar wel het grootste gedeelte van Zijn leven op aarde doorgebracht!
Onder het volgend menu Nazoreeër wordt ingegaan op vers 23, waar staat dat Jezus Nazarener genoemd zal worden.