Twee geslachtsregisters van Jozef
Twee geslachtsregisters
Zowel Mattheüs als Lukas vermelden in hun evangelie een geslachtsregister van de Heere Jezus, dat in beide gevallen via Zijn wettelijke vader Jozef loopt.
In Mattheüs 1:1-17 vinden we de koninklijke linie. Mattheus’ register begint bij Abraham en daalt af via David naar Zerubbabel en zo uiteindelijk naar Jakob, Jozef en Jezus.
In Lukas 3:23-38 treffen we een andere lijn aan, waarvan vaak gemeend wordt dat die meer genealogisch opgebouwd is. Dat lijkt ook bevestigd te worden doordat behalve Jozef (man van Maria) nog driemaal de naam van een Jozef passeert. Was er sprake van vernoeming? Hoe dan ook: Lukas’ register klimt terug van Jezus naar Jozef, dan naar Heli en komt dan eveneens via Zerubbabel bij David uit, maar via andere namen dan die Mattheüs noemt. Lukas gaat na David eveneens terug naar Abraham, maar vervolgt de linie naar Adam.
Raakpunten en verschillen
Beiden geslachtsregisters hebben dus raakpunten: Abraham, David, Zerubbabel, Jozef, Jezus, maar toch wijken ze verder nogal van elkaar af. Het heeft theologen al heel wat hoofdbrekens gekost om uit te maken hoe de registers zo verschillend kunnen zijn en of ze eventueel geharmoniseerd of ineengeschoven kunnen worden. En hoe kan het dat bij Mattheüs Jakob Jozefs vader is en bij Lukas Heli? Je kunt toch geen twee biologische vaders hebben? Zijn beide registers niet tegenstrijdig? Heeft één van de evangelisten zich misschien gewoon vergist en een geslachtsregister van een andere persoon overgenomen? Dit moet als uitgesloten worden geacht.
In de tijd van de Bijbel hadden geslachtsregisters een veel grotere betekenis dan nu. Het was enerzijds een vorm van geschiedschrijving, anderzijds een middel om je te legitimeren. Dat was van belang bij afstamming van de priesterfamilies en natuurlijk ook van de koninklijke families. In Ezra 2:59 lezen we over mensen die hun afstamming niet konden bewijzen en daarmee evenmin of ze uit Israël waren. In het Oude Testament komen we intussen heel wat geslachtsregisters tegen.
Dat Mattheüs zich, als echte vrome Jood, vergist heeft is onaannemelijk. Geslachtsregisters werden in de familie nauwkeurig bijgehouden en van vader op zoon overgeleverd, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk. Ze waren voor de evangelisten dus gewoon kant en klaar beschikbaar.
Zo had ook Lukas ongetwijfeld toegang tot zo’n geslachtslijst. Als gelovige van Griekse afkomst heeft hij echter een lijst namen in klimmende reeks opgesteld, zoals dat in de Hellenistische wereld gangbaar werd. Dat hij zich vergist heeft lijkt evenwel uitgesloten; hij heeft alles nauwkeurig onderzocht, zegt hijzelf (1:3).
We moeten er echter van uitgaan, dat zowel Mattheüs als Lukas met de wijze waarop zij het geslachtsregister van Jezus presenteren een speciale bedoeling hadden. Mattheüs schetst de grote lijn van de geschiedenis van Israël vanuit het verleden en tekent Jozef als de verbindende persoon tussen Jezus en het koningsgeslacht van David en Abraham. Bij Lukas wordt de geslachtslijst steeds algemener naarmate deze verder teruggaat in het verleden en laat zo zien, 'dat Gods Zoon zich zonder ophef presenteerde als mens onder de mensen' (Van Bruggen), gewoon de zoon van Jozef. Er is meer te noemen, maar in het kader van deze bijdrage ga ik daaraan voorbij.
verklaringen
Intussen blijft de vraag staan hoe beide registers zo van elkaar kunnen verschillen. Daar zijn allerlei hypothesen voor opgesteld. In mijn boek en meer nog in een excurs op de website van de uitgever en in het submenu 3B (Hypothesen) ga ik daar uitvoerig op in. Ik noem daarom kort enkele zaken.
Al heel vroeg opperde Julius Africanus (160-240) de mogelijkheid, dat Jozef is geboren uit een leviraatshuwelijk (zoals bedoeld in Deuteronomium 25:5). Jakob en Heli hadden een verschillende vader, maar dezelfde moeder. Heli stierf kinderloos en Jakob gewon voor hem Jozef, om de wettelijke erfopvolging van Heli voort te zetten. De evangelisten noemen echter geen leviraatshuwelijk.
Anderen losten het probleem op door te stellen, dat Lukas de stamboom van Maria weergeeft. Jozef zou dan de schoonzoon van Heli zijn geweest. Maar Lukas noemt zelfs de naam van Maria niet en gebruikt evenmin het Griekse woord voor schoonzoon. Dat Lukas impliciet Maria’s afstamming van David bedoelde is ook vreemd. Waarom vermeldt hij haar afstamming niet gewoon in bijvoorbeeld Lukas 1:27 of 2:4? Zoals hij met Elizabeth en Anna deed. Een stamboom via een moeder is in het Jodendom bovendien ongebruikelijk en zou weinig waarde hebben. Door te stellen, dat er weliswaar Jozef staat, maar dat Maria bedoeld is, laten we de Schrift zeggen wat we willen horen.
Nog een oplossing zou zijn, dat Jakob (die volgens Mattheüs 1:16 ‘onze’ Jozef verwekte) geen zoon(s) had, slechts dochters. De oudste zou dus een erfdochter zijn en met een man uit dezelfde stam (Juda, maar strikter nog: uit de linie van David) trouwen. Zo trouwde zij met Heli en baarde Jozef, die het geslacht van Jakob uit de koninklijke linie van David voortzet. Natuurlijk is dit mogelijk. Net als tegenwoordig waren er ook vroeger gezinnen met enkel dochters. Tegelijk geldt ook hier: de evangelisten laten dit niet uitkomen, dus het is onzeker.
De Schrift respecteren
Uit het bovenstaande blijkt wel, dat het Bijbels gezien onmogelijk is eenduidig te verklaren, waarom Mattheüs Jakob als vader van Jozef noemt en Lukas Heli. Maar dat doet intussen niets af van het feit, dat beide evangelisten tekstueel gezien wel degelijk het geslachtsregister van Jozef als wettelijke vader van Jezus bedoelden. Dat wil zeggen, dat we de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid gewoon laten staan en de Schrift daarin voluit respecteren. De beide geslachtsregisters zijn namelijk niet tegenstrijdig, maar het ontbreekt ons eenvoudig aan voldoende gegevens om met zekerheid uitspraken te doen. Ook ten aanzien van beide geslachtsregisters hebben we immers te maken met het geïnspireerde Woord van God en met canonieke Bijbelboeken. Niet voor niets zag Calvijn in, dat beide stambomen van Jozef waren. Daarin staat hij niet alleen. Het is de heersende mening onder bijbelwetenschappers. Reeds de al eerder genoemde Julius Africanus stelde, dat het in zijn tijd (rond 200 n.Chr) voor iedereen unaniem vaststond, dat beide stambomen van Jozef waren.
Beide evangeliën dateren van circa 50-65 na Chr. Als één van beide stambomen niet van Jozef was zou er direct of wat later na het verschijnen van dat evangelie, kritiek op gekomen zijn. Vooral van Joodse zijde zou dat dan te verwachten zijn. Opmerkelijk genoeg is daarvan geen spoor te vinden.