Maria te schande als zondares?

Dit artikel is hiernaast

ook te downloaden in Word

Maria te Schande
Word – 47,3 KB 8 downloads

Intro

Vaak wordt gedacht, dat mensen in Nazareth Maria voor een overspelige vrouw hebben kunnen houden. Zij bleek immers ongehuwd zwanger te zijn; een schandaal! Maria zou daardoor de schande hebben moeten dragen een zondares te zijn. Maar noch in Mattheüs 1 en 2, noch in Lukas 1, 2 en 3 lezen we daar ook maar iets van.

In deze bijdrage ga ik de verdere gegevens uit de evangeliën na en concludeer, dat de buitenwacht waarschijnlijk niets van Maria’s voortijdige zwangerschap heeft gemerkt. Hierna volgen een aantal argumenten voor deze stelling.

 

Deel I

Op bladzijde 68 van mijn boek ‘Jozef, zoon van David’ merkte ik op, dat niemand in Nazareth waarschijnlijk Maria’s zwangerschap heeft opgemerkt. Wat is daarover in de Bijbel bekend? 

 

  1. Hoe reageren mensen in Nazareth later?

Nazareth was een klein dorp met naar schatting 120 tot 150 inwoners. Iedereen die in een klein dorp gewoond heeft, weet dat opvallende gebeurtenissen rond personen nog decennia later bekend zijn, vooral in het dorp bij hen die daar nog steeds wonen.

Circa dertig jaar nadat Jozef zich daar opnieuw gevestigd heeft wonen Maria, Jezus, Zijn vier broers en enkele zussen daar nog steeds. Dat zal voor meer dorpsbewoners het geval geweest zijn. In die tijd verhuisde Jezus echter met hen naar Kapernaüm (Mattheüs 4:13, Johannes 2:12). Hij had daar blijkbaar een eigen woning (Markus 2:1, 9:33 en andere).

Korte tijd later komt Jezus weer even in Zijn ‘vaderstad’ Nazareth en preekt er in de synagoge. Als Hij dan pretendeert de Verlosser te zijn, de Gezalfde des Heeren, die in Jesaja 61 genoemd wordt, slaat de stemming om. Wie denkt Hij wel, dat Hij is? Ze zeggen in Lukas 4:22 ‘Is Híj niet de Zoon van Jozef?’ En in Mattheüs 13:55,56: ‘Is Dit niet de Zoon van de timmerman? En heet Zijn moeder niet Maria, en Zijn broers Jakobus en Joses, en Simon en Judas? En Zijn zusters, zijn zij niet allen onder ons?’ Ze nemen aanstoot aan Jezus’ pretenties. Hij moet maar eens een wonder doen in hun midden. Als Hij hen dan ongeloof verwijt, worden ze met woede vervuld en willen Hem zelfs doden. Wat blijkt hieruit?

Ze kennen Jezus als hun eerdere dorpsgenoot, gewoon de eigen zoon van Jozef en Maria. Ze kennen het gezin. Hij, Jezus, de dorpsjongen, meet Zich dingen aan die lasterlijk zijn. Dat is hun argument. Ze zeggen dus niet: we hadden al verwacht dat Hij een bijzondere Man was, want als kind deed Hij al ongewone dingen. Toen al was Hij een wonderkind. Dat zou te verwachten zijn als de apocriefe kindheidsverhalen op waarheid berustten. Zij zagen Jezus echter als een gewone vrome jongen en jonge man, zoals er zoveel waren. Hieruit blijkt trouwens, dat men niets afweet van Jezus’ ontvangenis van de Heilige Geest. De naaste familie van Jozef en Maria heeft dat geheimenis dus goed voor zichzelf weten te houden.

Er wordt niet aangevoerd, dat Hij als onwettig Kind van Maria, verwekt door overspel, niets te vertellen heeft. Dat zou het belangrijkste argument zijn geweest. Maar daar weet men dus niets van. Zelfs noemt men niet, dat Jezus voor het oog een voorechtelijk Kind van Jozef en Maria was. Seksuele omgang tijdens de ondertrouw werd als moreel onacceptabel gezien in het Judaïsme van de eerste eeuw. Dat dit argument niet genoemd wordt laat eveneens zien, dat men Jezus werkelijk voor Jozefs eigen Zoon houdt. Reeds het feit, dat de overste van de synagoge Jezus laat preken in hun synagoge (waarschijnlijk een huis-synagoge) spreekt boekdelen. Hij zou dat nooit toestaan als hij meende, dat Jezus een voorechtelijk of onwettig Kind uit overspel was. ‘De farizeeën zouden nooit met een bastaard een discussie aangaan over de heilige Schriften’.[1] Toch deden ze dat bij herhaling. Ze hebben dus nooit vernomen, dat Jezus een onwettig Kind zou zijn. Als men Jezus voor een bastaard hield zou Hij de tempel mogelijk niet eens mogen betreden.

 

  1. Hoe reageren mensen elders?
  • In Johannes 6:42 is Jezus in de synagoge van Kapernaüm. Hij zegt daar, dat Hij uit de hemel is neergedaald en dat God Zijn Vader is. Geloven de mensen dat? We lezen dan ‘En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen?’ Dit zeggen mensen in Kapernaüm, dat lopend een vijftig km. bij Nazareth vandaan ligt! Is dat slechts ‘van horen zeggen’ omdat Jezus al weer een tijd in Kapernaüm woont? Dat blijkt van niet. Ze zeggen immers niet alleen Maria te kennen die nog leeft, maar ook Jozef. Aannemend dat Jozef al gestorven is, betekent dit dat ze zelfs de voorgeschiedenis kennen. Welnu, ze beschouwen Jozef gewoon als Jezus’ natuurlijke vader. Zij hebben nooit anders gehoord of begrepen dan dat en weten duidelijk niets van een buitenechtelijke zwangerschap van Maria af. Er gingen geen praatjes over rond. Ook zij zijn onbekend met Jezus’ ontvangenis uit de Heilige Geest.
  • In Johannes 1:46 neemt de apostel ons mee naar Kana. Hij schrijft: ‘Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth.’ Filippus beschouwt Jezus hier duidelijk als de natuurlijke zoon van Jozef. Het lijkt wel alsof Filippus ervan uitgaat, dat Nathanaël Jozef uit Nazareth kent. Dat kan, want Kana ligt lopend circa 8 km van Nazareth af. Uit deze twee voorbeelden blijkt, dat het algemene beeld dat men van Jezus heeft is, dat Hij de biologische zoon van Jozef is en niet is verwekt uit overspel van Maria.
  • Dit algemene beeld wordt bevestigd door Lukas, die in 3:23 over Jezus zegt: Hij ‘was, naar men dacht, de zoon van Jozef’. ‘Men’ onderstreept, dat het de gangbare algemene mening was, dat Jezus Jozefs eigen Zoon was. Dat sluit uit, dat men het voor mogelijk hield, dat Jezus Maria’s Kind was uit een buitenechtelijke relatie.

Zegge en schrijve één keer, in Markus 6:3 wordt Jezus in Nazareth de zoon van Maria genoemd zonder vermelding van Jozef. Dat betekent niet, dat deze tekst de sporen toont ‘van het schandaal van Maria’s zwangerschap’ (Huijgen). Dan overvragen we de tekst.[2] Het gaat hier om een praktische uitdrukking, die verband houdt met het feit, dat Jozef mogelijk al is overleden.

 

  1. Al eerder genoemd is het feit, dat de farizeeën nooit met Jezus in een discussie zouden treden over de Schrift als Hij een buitenechtelijk Kind zou zijn geweest. Dat ze dit wel doen, en dat bij herhaling, zelfs binnen het tempelcomplex, laat zien, dat ook zij ervan uitgingen dat Jezus een wettig Kind was en dus niets afwisten van een eventuele buitenechtelijke verwekking.

 

  1. Na de terugkeer uit Egypte gaat Jozef (weer) wonen in Nazareth. Als Jozef kon verwachten, dat de Nazareners Maria’s zwangerschap als een schandaal zagen en Maria voor zondares hielden, zou hij dat nooit gedaan hebben! Zelfs niet als hij kon vermoeden, dat er praatjes rondgingen, dat Jezus een voorechtelijk Kind van hemzelf was. Dat zou Jozef Maria nooit aandoen! Jozef zou dan ongetwijfeld een andere woonplaats gekozen hebben, ver daar vandaan. Niet voor niets wilde hij, toen ze nog in Nazareth woonden, in stilte van Maria scheiden om te voorkomen dat haar naam ten onrechte bezoedeld zou worden. Dat Jozef na terugkeer uit Egypte weer voor Nazareth kiest laat zien, dat hij zich daarover geen zorgen maakte.

Conclusie. Uit wat tot nu toe genoemd is blijkt, dat niemand Maria toen als zondares heeft gezien. Niemand zag Jezus als een onecht Kind van Maria.

 

---> Soms wordt tegengeworpen wat in Johannes 8:41 staat: ‘Zij zeiden dan tegen Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben één Vader, God’. Dit wordt zo uitgelegd, dat de Schriftgeleerden en farizeeën bedoelen: wij zijn niet, zoals U, uit hoererij geboren. Maar als zij dat bedoelden dan hadden ze ‘zoals u’ er maar al te graag bij gezegd. Maar de context en de hele discussie in de tempel geeft geen enkele aanleiding te denken dat ze Jezus verwijten uit ontucht geboren te zijn. Zij willen slechts onderstrepen, dat God hun Vader is en niet de duivel. Daar komt bij, dat hoererij (porneias) hier ook als metafoor (geestelijke overspel door ontrouw aan God) bedoeld kan zijn en dus niet letterlijk.[3]

 

Deel II

Hoe kan het, dat niemand in Nazareth heeft opgemerkt dat Maria voortijdig zwanger was?

 

  1. Maria is haar wondere zwangerschap niet opgetogen gaan rondbazuinen. Er zouden altijd mensen zijn die denken dat ze met een uitvlucht overspel verdoezelt. Daar is haar ‘geheim’ te heilig voor. Als Mattheüs in 1:18 schrijft dat Maria tijdens haar ondertrouw zwanger werd bevonden uit de Heilige Geest (SV), dan duidt ‘werd bevonden’ wel op een constatering door anderen. Maar dat zal beperkt zijn tot enkele intimi, die het geheimenis, zoals eerder opgemerkt, hebben bewaard. Te denken valt dan aan o.a. haar ouders, zus, Jozef, Elizabet, en misschien Jozefs broer Klopas. Zoals in Deel I is beschreven, is er in Nazareth niets over bekend geworden.

 

  1. Enige dagen na de annunciatie is Maria voor drie maanden vertrokken naar Elizabet. In deze periode heeft niemand in Nazareth haar kunnen zien. Maar wat kon men na haar terugkomst van een zwangerschap waarnemen? Voor wie ervan afweet is een zwangerschap zichtbaar vanaf de dertiende week, dat is na circa drie maanden. Bij een eerste kind, zoals bij Maria, is dat doorgaans wat later, in de loop van de vierde maand. Een buitenstaander die van niets weet zal het niet opmerken. Voor buitenstaanders begint een zwangerschap zichtbaar te worden vanaf gemiddeld week 17 á 18, dat is na vierenhalve maand. Met kleding is dat te camoufleren tot en met de zesde maand en soms zelfs tot de zevende maand. Maria kan zich na de zesde maand ook wat verborgen hebben gehouden.

Het vaak gehoorde verhaal, dat Jozef na Maria’s terugkeer na drie maanden zag dat zij zwanger was, is dus een fabel. Als Jozef van plan was om na haar terugkeer in stilte van haar te scheiden, kan dat enkel betekenen, dat hij van Maria (of iemand namens haar) van haar zwangerschap heeft gehoord. Het feit, dat Jozef publieke schande wilde voorkomen (Matth. 1:19) wijst erop, dat van Maria’s zwangerschap naar buiten toe niets zichtbaar was toen hij zich voornam te scheiden. Als Jozef pas in actie kwam nadat hij Maria’s zwangerschap zelf kon waarnemen zou de tijd te kort zijn voor de onderstaande gebeurtenissen.

 

  1. Wat was nu de mogelijke volgorde en het tijdsverloop van de verschillende gebeurtenissen?

De tijd na de ondertrouw was bestemd voor voorbereidingen voor de bruiloft. De aanstaande bruid ging soms al bij de andere familie wonen om alles gereed te maken voor het feest en haar nieuwe huishouding. Ze krijgt zeker een jaar de tijd om haar uitzet (kleding en sieraden) in orde te maken. De bruidegom heeft de taak om het bruiloftsfeest voor te bereiden en eventueel de nieuwe woning. Deze periode duurde in de regel een jaar, soms enkele jaren. We weten niet hoe lang Jozef en Maria in ondertrouw waren bij de annunciatie, dus ook niet hoever zij al waren met de voorbereidingen voor de bruiloft.

Jozef wil tijdens de ondertrouwperiode van Maria scheiden, maar in een droom geeft een engel hem opdracht gewoon met haar te trouwen (Matth. 1:19,20). ‘Toen Jozef uit de slaap ontwaakt was, deed hij zoals de engel van de Heere hem bevolen had, en hij nam zijn vrouw bij zich’ (Matth. 1:24). Dit laatste betekent: op een bruiloft het tweede deel van de huwelijkssluiting laten uitvoeren en samen onder één dak gaan wonen. Uit de tekst blijken twee dingen. Ten eerste: de voorbereidingen voor de bruiloft waren ver genoeg gevorderd om te kúnnen trouwen. Ten tweede: Maria was al terug van haar bezoek van drie maanden aan Elizabet. De droom aan Jozef was dus op zijn vroegst ergens in de vierde maand van Maria’s zwangerschap. Het regelen van de laatste finesses van de bruiloft in Nazareth en het uitnodigen van gasten zal nog enige tijd in beslag genomen hebben. Jozef en Maria zullen dus niet eerder dan in de vijfde maand van haar zwangerschap zijn getrouwd en niet later dan in de zesde maand.[4] De vraag of het niet kan zijn, dat Jozef en Maria eventueel geen bruiloft meer hebben gehouden wordt beantwoord aan het eind van het artikel Jozef en Maria.

Uit het tijdige bezoek van de engel aan Jozef in de droom blijkt Gods bijzondere zorg voor Maria. Hij wil haar ervoor bewaren, dat zij met een zichtbare zwangerschapsbuik de trouwplechtigheid moet doormaken. Dat zou bovendien tot vragen leiden van gasten die niet van haar ‘geheim’ afweten. De trouwdag zal dus niet in haar zevende maand of nog later plaatsgevonden hebben.

 

---> Dat deze conclusie niet onredelijk is kan ook afgeleid worden uit Mattheüs 1:25: ‘…. hij nam zijn vrouw bij zich; en hij had geen gemeenschap met haar totdat zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had;’ Hieruit blijkt dus, dat Jozef wel gedurende een bepaalde periode gemeenschap met Maria had kunnen Dit heeft ook pas betekenis als het om een periode van enige omvang ging, voorafgaande aan de geboorte van Jezus. Maar al was dit slechts drie of vier maanden, dan zou de bruiloft in de vijfde of hooguit zesde maand van Maria’s zwangerschap geweest zijn.

 

Na de bruiloft kan Maria zich in Nazareth wat verborgen gehouden hebben. Maar gesteld, dat dit niet altijd lukte, dan zullen buitenstaanders de zwangerschap eerst gezien hebben toen Maria al getrouwd was. Men zou dan concluderen, dat haar Kind door Jozef is verwekt in een voorechtelijke omgang met elkaar. Hoewel dit ‘not done’ was rustte er voor Jozef en Maria geen sanctie op. Toch blijkt ook hieraan dertig jaar later in het collectieve geheugen geen enkele negatieve herinnering te bestaan. Het was kennelijk ook Gods bedoeling, dat het naar buiten toe zou lijken alsof Jezus Jozefs eigen Kind was. Daarmee werd het geheim van de ontvangenis uit de Heilige Geest bewaard. Dat was alleen bekend binnen de kring van godvrezende familie of bekenden. De mensen dachten later ook inderdaad altijd dat Jezus Jozefs eigen zoon was. Voordat het voor Maria steeds lastiger werd haar zwangerschap te verbergen kwam echter het bericht dat Jozef met Maria als getrouwd echtpaar naar Bethlehem moest voor de beschrijving.

God zal in Zijn bijzondere zorg voor Maria en haar Kind er voor gewaakt hebben, dat de reis naar Bethlehem, via het Overjordaanse zo’n 140 km, kon plaatsvinden voordat zo’n tocht voor haar te zwaar werd. Een ezel kan hun vervoermiddel geweest zijn, maar je kon ook met een karavaan mee. Een karavaanweg liep dichtbij Nazareth én langs de ‘afslag’ naar Bethlehem. Hoe dan ook, het is denkbaar dat Jozef en Maria uiterlijk ergens in de achtste maand van haar zwangerschap zijn vertrokken naar Bethlehem. Volgens Lukas 2:6 kwamen ze daar ook tijdig aan. Na enige tijd werd Jezus geboren.

 

---> Nu schrijft Lukas in 2:5 dat Jozef met zijn ondertrouwde vrouw, die bevrucht was, naar Bethlehem reisde. Hoe kan dat? Arnold Huijgen pint zich op dit woord vast en meent, dat Jozef en Maria onderweg naar Bethlehem nog niet getrouwd zijn, enkel ondertrouwd. Hij stelt dan: ‘dat ze toch samen reizen is ongehoord’ en ‘Dat ze zwanger is maakt het niet minder dan een schandaal’.[5] Is deze dramatisering terecht? Zouden Jozef en Maria werkelijk ‘ongehoorde’ dingen doen, die voor een schandaal gehouden konden worden? Dat ze samen reizen en in Bethlehem aankomen is juist een indicatie, dat we bij het woord ‘ondertrouwde’ dus niet enkel op de klank af moeten gaan, maar moeten peilen waarop Lukas de aandacht wil vestigen.

Een goed uitgangspunt daarbij is nog altijd om Schrift met Schrift te vergelijken. Uit Mattheüs 1:24,25 blijkt dan, zoals we zagen, dat Jozef Maria ‘tot zich nam’ minimaal drie tot vier maanden voor Jezus’ geboorte. Als we Lukas vervolgens letterlijk nemen, dan zouden Jozef en Maria pas in Bethlehem getrouwd zijn, waarna er nog minstens drie tot vier maanden resteerden tot de geboorte van Jezus. Daaraan voorafgaand zou er nog een tijd nodig zijn geweest voor verdere voorbereiding voor de bruiloft.

Al met al is dit zo’n lange periode, dat het onbegrijpelijk wordt, dat Jozef en Maria volgens Lukas 2:7 rond Jezus’ geboorte nog altijd niet een eigen gedeelte van een woning hebben betrokken, maar zich behelpen in een geïmproviseerd verblijf in de bergruimte annex dierenstalling van datzelfde woonhuis. Verder blijkt uit datzelfde vers, dat Jozef en Maria bij hun aankomst in Bethlehem van de gastenkamer in die woning gebruik wilden maken om er samen te verblijven (voor hen – meervoud – was er geen plaats). Dat kan niet anders uitgelegd worden, dan dat ze dit als volledig getrouwden zouden doen. Acht dagen na Jezus’ geboorte geeft Jozef bovendien als wettelijke vader Jezus de naam bij de besnijdenis (Mattheüs 1:25), wat alleen kan als hij de echtgenoot van Maria is en niet enkel ondertrouwd. Impliciet geeft Lukas dus aan, dat ze als getrouwden in Bethlehem aankwamen en verbleven. Uit het feit dat Lukas, die zeer uitvoerig de gebeurtenissen beschrijft, niets meedeelt over hun huwelijkssluiting, laat zien dat die blijkbaar plaatsvond voor Lukas 2:1 en in Nazareth.

Waarom schreef Lukas dan ‘zijn ondertrouwde vrouw’? Heel eenvoudig, om aan te geven, dat Jozef met Maria geen gemeenschap had tot de geboorte van Jezus, zij leefden als waren zij nog ondertrouwd.[6] Lukas schrijft op zijn manier wat Mattheüs in 1:25 schreef, namelijk dat Jozef met Maria geen gemeenschap had, totdat Jezus geboren werd (Matth. 1:25).

Terzijde: in tegenstelling tot onze verloving was ondertrouw toen een dermate vaste en verbindende gebeurtenis, dat die slechts door echtscheiding ongedaan kon worden gemaakt en de zwaarte had van getrouwd zijn. Een betere vertaling is dan ook ‘uitgehuwelijkt’, zoals Paul voorstelt.[7] In Mattheüs 1:20 en 24 wordt de nog met Jozef ondertrouwde Maria onbekommerd ‘zijn vrouw’ genoemd. Het is maar de vraag of samen reizen van ondertrouwden toen ongehoord, laat staan een schandaal was. Dat klemt temeer indien daartoe een bijzondere noodzaak was. Al met al bestaat het ‘schandaal’ in dit geval alleen in de fantasie; Jozef en Maria waren getrouwd toen zij naar Bethlehem reisden.           

  1. Als laatste noem ik het opvallende punt van Gods bijzondere zorg voor Maria. Zowel voor haar fysieke als, om zo te zeggen, mentale welzijn. Illustratief hiervoor is de tere en uiterst vriendelijke wijze waarop de engel Gabriël haar aanspreekt en zijn boodschap overbrengt.

I. Wat het fysieke aspect betreft zorgt God ervoor, dat zij een man van de Heere ontvangt, Jozef, die in staat is om haar en haar Kind te beschermen. Dat zou van pas komen bij de verschillende reizen die ze maken, vooral toen Herodes het Kind wil doden. Jozef en Maria konden voorts vanwege de beschrijving tijdig naar Bethlehem vertrekken, waardoor de lange tocht voor haar nog te doen is. Een derde punt is, dat zij in Bethlehem welkom is in de kring van verwanten van Jozef en dat ze een plaats krijgt waar zij in alle rust haar Kind kan baren en voeden.

II. Gods zorg voor Maria’s mentale welzijn is er voornamelijk op gericht dat haar goede naam niet wordt geschaad. Zij zou immers zwanger worden toen ze met Jozef nog slechts ondertrouwd was (uitgehuwelijkt). Zij en Jozef zouden verdacht kunnen worden van voorechtelijke omgang met elkaar. Of, erger, Maria zou verdacht kunnen worden van overspel.

Verder was het voor Maria belangrijk, dat het geloofwaardig was, dat haar Kind werkelijk ontvangen is van de Heilige Geest en niet is verwekt door Jozef. Dat zij geen uitvlucht verzon om iets schandelijks te bedekken.

Om in dit alles te voorzien gaat het initiatief van God uit. Ik noem de volgende punten:

  1. Allereerst is het opmerkelijk dat Gabriël Maria impliciet duidelijk maakt naar Elizabet te gaan. Als zij na drie maanden zwanger terugkeert, kunnen haar ouders en Elizabet getuigen, dat zij geen omgang met een man, Jozef of een ander, heeft gehad. Zij moet niet van overspel beschuldigd kunnen worden. Dit wordt nader toegelicht in deel III.
  2. Vervolgens weerhoudt God Jozef er via een engel in een droom van om van Maria te scheiden, waardoor haar nodeloos leed bespaard bleef.
  3. Verder is het is opmerkelijk, dat God via deze engel er vroegtijdig bij Jozef op aandringt om Maria nu bij zich te nemen, d.w.z. het huwelijk af te ronden. Daarmee wordt bereikt, dat Maria al een tijd volledig getrouwd is voordat haar zwangerschap voor buitenstanders zichtbaar werd. Zo werd zij er ook voor bewaard met een duidelijk zichtbare zwangerschapsbuik de trouwplechtigheid en bruiloft te moeten meemaken.
  4. Ook kan het als Gods voorzienig bestel gezien worden, dat Jozef en Maria niet lang nadien voor de beschrijving naar Bethlehem moesten. Dat wil zeggen, vóór het moment dat Maria haar zwangerschap in Nazareth steeds moeilijker kon verbergen.
  5. En dat kwam weer, evenmin toevallig, doordat ze in Nazareth woonden en niet in Bethlehem. Buitenstaanders in Bethlehem zullen wel niets van de voorgeschiedenis van Maria’s voorhuwelijkse zwangerschap geweten hebben.
  6. Ten slotte: of Jozef en Maria zich afgevraagd hebben hoe de Messias in Bethlehem geboren moest worden weten we niet. Maar het was Gods voorzienigheid, dat keizer Augustus, als radertje in het heilsplan van God, juist toen een volkstelling wilde houden, waarvoor zij naar Bethlehem moesten. Zo werd dan deze eventuele zorg van Maria (en Jozef) afgenomen.

 

Conclusie. Het hierboven geschetste mogelijke scenario laat zien, dat het goed mogelijk is, dat buitenstaanders in Nazareth Maria’s zwangerschap nooit hebben opgemerkt. Dat zij daar of elders als zondares gezien werd wordt niet door de Schrift gestaafd. Eerder merken wij Gods bijzondere zorg voor Maria op, waardoor haar naam niet bezoedeld is.

 

Deel III

Onderstaande theorie beschrijft wat het mogelijke doel van Maria’s verblijf van drie maanden bij Elizabet was. Daarbij wordt ervan uitgegaan, dat het zeer belangrijk was, dat naar buiten toe - indien nodig - staande kon worden gehouden, dat Maria’s Kind is ontvangen uit de Heilige Geest én dat dit Kind de Zoon van God en beloofde Messias was. Maria zou anders ook de schande dragen dat zij zich onterecht uitgeeft voor de moeder van de Messias in plaats van daarvoor zalig genoemd te worden. Het was dus belangrijk om het feit van de maagdelijke conceptie te waarborgen én daarmee Maria te beschermen tegen onterechte verdenking van overspel en publieke schande. Hoe kon nu ‘bewezen’ worden, dat Maria’s Kind ontvangen is van de Heilige Geest en niet is verwekt door Jozef of eventueel een andere man? Bij deze theorie wordt ervan uitgegaan, dat God Zelf daarin sturend was door middel van de boodschap die de engel Gabriël aan Maria bracht.

Gabriël gaf Maria namelijk feitelijk de hint om drie maanden naar Elizabet te gaan in een dorp ver bij Nazareth vandaan. Kennelijk met de bedoeling om aannemelijk te maken, dat Maria vanaf de annunciatie tot en met het moment dat haar zwangerschap zichtbaar werd, geen enkele omgang met een man had, noch kon hebben. Hierin zien wij de bijzondere leiding en zorg van God, Die voor de betrouwbaarheid van Zijn werk instaat en Jozef en Maria de weg wijst voor hun handelen. Hoe kwam het ‘bewijs’ in tijdsvolgorde vanaf het begin tot stand? Met getuigen.

  1. Vaders waren voor hun dochter, de bruid, verantwoordelijk zolang het tweede deel van het huwelijk (samenleving vanaf de bruiloft) nog niet was ingegaan.[8] Maria’s vader en/of moeder konden getuigen, dat zij tot haar vertrek naar Elizabet geen omgang met een man heeft gehad. Maria woonde toen nog thuis. Omdat een menstruerende vrouw volgens Leviticus 15:19-22 zeven dagen onrein was, moest zij zich afzonderen. Zij mocht niets aanraken, noch aangeraakt worden. Het was dus voor Maria’s ouders van belang, dat zij dat wisten. Zo wisten ze dus de tijd van Maria’s laatste menstruatie en dat zij toen niet zwanger was tot het moment van haar vertrek.
  2. Nadat Maria zich gereed gemaakt heeft reist zij ‘met haast’ naar Zacharias en Elizabet. De bedoeling van Gabriël is dus begrepen. Jozef moest er als ondertrouwde man van Maria trouwens wel van afweten dat ze voor drie maanden vertrok. Een kwetsbare jonge vrouw die het unieke geheim van de Messias bij zich droeg zullen zij niet alleen hebben laten reizen! Dat zou hoogst onverantwoordelijk zijn. Het was niet overal veilig en de reis duurde minstens drie dagen. Maria zal dus beslist onder begeleiding gereisd hebben, wellicht van haar vader en/of moeder. Eén van hen was immers waarschijnlijk een broer of zus van Zacharias of Elizabet. Verder kan gedacht worden aan Maria’s zus. In elk geval was daar verder geen andere man bij. Ook Jozef dus niet! Zo kon men hem ook in die tijdsspanne niet van omgang met Maria verdenken. Zo liep zij geen risico dat haar onderweg iets kwaads overkwam. Haar begeleidsters konden getuigen, dat zij onderweg naar Judea geen contact met een man heeft gehad en maagd is gebleven.
  3. Zo komt Maria ‘in het huis van Zacharias en groette Elizabet’ (Lk. 1:40). De ongeboren Johannes sprong toen van vreugde op in de schoot van Elizabet. Deze wist toen, niet visueel maar vervuld met de Heilige Geest, dat Maria de Messias in haar schoot droeg. Voor Maria was dat hét moment waarop ook zij zeker wist in verwachting van de Zaligmaker te zijn. Elizabet kon dus getuigen, dat Maria bij aankomst zwanger was en dat de conceptie in de paar voorliggende dagen had plaatsgevonden.
  4. ‘Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar ….. ‘ (Lukas 1:56). Drie maanden is het tijdstip waarop een zwangerschap door de vrouw zelf en andere intimi zichtbaar is. Thamar bijvoorbeeld was drie maanden zwanger toen het door anderen ontdekt werd (Genesis 38:24). Die deed dus bewust geen moeite het met kleding te camoufleren. Ook was een Judese bruid, zelfs als de bruidegom stierf vóór het huwelijk, verplicht ten minste drie maanden te wachten alvorens opnieuw te trouwen om er zeker van te zijn dat zij niet reeds zwanger was.[9] De drie maanden fungeerden dus als een wachttijd om visueel vast te stellen of een vrouw al of niet zwanger was. Zo zet God Maria drie maanden apart, ver bij Nazareth vandaan. De periode van drie maanden had met betrekking tot Maria dan ook een dieper doel. Namelijk, waarborgen, dat zij ook in die tijd – tot aan het moment dat zij visueel zwanger bleek te zijn – geen omgang met een man heeft gehad. Zacharias en Elizabeth, betrouwbare en godvrezende mensen konden dat bevestigen. Maria zat bij hen dus, modern gezegd, in quarantaine en hield zich daar verborgen.

Zo had ook Elizabet zich vijf maanden verborgen gehouden (Lukas 1:24). Namelijk vanaf het moment dat zij op Zacharias’ wasplankje las wat de engel Gabriël hem had geopenbaard over haar toekomstige zwangerschap. Het Griekse woord wijst op afzondering, beslotenheid, verberging, met andere woorden: zij bleef in haar woning, zij bleef thuis. Ze deelde zo in het zwijgen van Zacharias, totdat haar zwangerschap naar buiten toe zichtbaar werd, na vijf maanden. Na die vijf maanden, dus in de zesde maand, zou haar zwangerschap naar buiten toe immers voor zichzelf spreken. De HSV Studiebijbel schrijft in een kanttekening niet te weten waarom Elizabet zich vijf maanden verborg, maar dit zou de reden geweest kunnen zijn. Zo kan ze in het openbaar aantonen, dat God haar smaad heeft weggenomen en ze geeft God er de eer van: ‘Zo heeft de Heere voor mij gedaan in de dagen waarin Hij acht op mij geslagen heeft om mijn smaad onder de mensen weg te nemen’ (Lk. 1:25). Ze verwijst voor haar zwangerschap niet naar Zacharias, maar naar het wonder van God.

  1. Terug in Nazareth kon Maria indien nodig verschillende getuigen noemen om vol te houden dat ze de waarheid sprak, namelijk dat het Kind dat zij verwachtte ontvangen is van de Heilige Geest en niet door menselijk toedoen. Zo kon ze niet van overspel beschuldigd worden en haar naam van eventuele blaam zuiveren. We lezen er niet van dat dit ooit nodig was.

 

[1] Andrew T. Lincoln, Born of a Virgin, Eerdmans, Grand Rapids/Cambridge, 2013, p. 83 en geciteerd door Arnold Huijgen in Maria, icoon van genade, KokBoekencentrum, 2021, pag. 107. Deut. 23:2 luidt:  ‘Een bastaard mag niet in de gemeente van de HEERE komen’.

[2] H.K. McArthur, Son of Mary, 1973, p. 38-58.

[3] Zo H.W.F. Gesenius in zijn Thesaurus onder dit trefwoord.

[4] In mijn boek (p. 68) ging ik uit van ‘rond of na de zesde zwangerschapsmaand’. Dit laatste lijkt me achteraf te laat.

[5] a.w. p. 79.

[6] Jakob van Bruggen, Lucas, Kok Kampen, 1996, p. 74.

[7] Mart-Jan Paul, Mattheüs, Labarum Academic, Apeldoorn 2025, p. 41. De NBV21 vertaalde het eveneens zo.

[8] Zo vergelijkt ook Paulus zich in 2 Korinthe 11:2 met een vader, die een reine bruid wil voorstellen.

[9] M. Yebamoth 4:10 ‘Evenzo zullen alle andere vrouwen noch ondertrouwd, noch gehuwd worden, voordat drie maanden zijn verstreken. Hetzij maagden of niet-maagden, hetzij echtelieden of weduwen, hetzij gehuwden of ondertrouwden’.

 

Versie 20112025 

+ 469