werd Jezus gelost?

 

Lukas 2:22,23 (HSV)

22. En toen de dagen van haar reiniging volgens de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Heere voor te stellen 

23. - zoals geschreven staat in de wet van de Heere: al wat mannelijk is dat de moederschoot opent, zal heilig voor de Heere genoemd worden’ -

 

JEZUS GEWIJS AAN ZIJN VADER

Na het reinigingsoffer wordt Jezus bij de priester bij de Nikanorpoort aan de Heere voorgesteld. Hiermee tonen zij hun erkenning dat dit Kind de Zoon van God is en een speciale taak heeft in de dienst aan zijn Vader. Daarom brengen ze Hem ook zo snel mogelijk naar de tempel, het huis van God, Zijn Vader. Dit ‘voorstellen’ of wijden (heiligen) hield in, dat de ouders het kind aan de priester gaven, waarna deze het Kind in de armen nam en het zegende. Zo bieden Jozef en Maria Jezus aan de Heere aan en wijden Hem aan de dienst aan God. Dit doet denken aan Hanna (die evenals Maria een lofzang aanhief) die Samuël bestemde voor de dienst in de tempel (1 Sam.1:11, 24, 28). 

 

Het gaat hier dus niet, zoals vaak gedacht wordt, om het loskopen van Jezus met vijf sikkels.[1] Ten eerste hoefde dat niet noodzakelijk in de tempel plaats te vinden en ook niet zo snel mogelijk. Het mocht ook later. Ten tweede: Lukas verwijst niet naar het lossen uit Exodus 13:13,[2] maar naar 13:2 waar enkel staat: ‘Heilig voor Mij alle eerstgeborenen: alles wat de baarmoeder opent onder de Israëlieten, van de mensen en van het vee, dat behoort Mij toe.’ Jezus moest immers juist niet gelost worden. Hij is krachtens geboorte en Goddelijke afkomst al bij uitstek volkomen aan de Heere geheiligd en toegewijd. Hij is heilig (Luk. 1:35). Daarom noemt Lukas alleen het ‘voorstellen’ en de eventuele loskoop wordt niet beschreven. Vers 23 is zo eigenlijk de uitleg van vers 22b.

 

Overigens bleef lossing achterwege als aan het vaderschap getwijfeld werd.[3] De zoon kon zich later eventueel zelf lossen. Jozef was niet de natuurlijke vader, dus dat hij Jezus moest loskopen ligt ook niet voor de hand. Het vroeg intussen van Jozef geloof en geestelijk inzicht om in te zien, dat Jezus niet losgekocht, maar gewijd moest worden aan Zijn hemelse Vader. De wijding van Jezus betekent overigens niet, dat men in die tijd alle eerstgeborenen in de tempel aan de Heere voorstelde. Loskoping in de eigen woonplaats was genoeg.

Ten slotte kan opgemerkt worden, dat deze wijding in de tempel een prelude is op Lukas 2:49, waar we de eerste woorden van Christus’ prediking en Zelfopenbaring horen: ‘Wist u niet, dat Ik moet zijn in de dingen van mijn Vader?’ Daar zet de twaalfjarige Jezus Zelf zijn wijding aan Zijn Vader in de tempel voort ‘met loslating van Jozef en Maria’ (Van Bruggen).

 

VIA EGYPTE NAAR NAZARETH.

Lukas 2:39

En toen zij alles volbracht hadden wat er volgens de wet van de Heere gedaan moest worden, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth.

 

Is wat Lukas schrijft niet in strijd met wat Mattheüs vermeldt? Na het tempelbezoek moeten Jozef en Maria immers teruggekeerd zijn naar Bethlehem, waar de wijzen uit het Oosten Jezus hulde komen brengen. Lukas beschrijft echter direct waar zij uiteindelijk terecht kwamen, in Nazareth. De evangelist Mattheüs laat zien hoe Jozef, Maria en het kind Jezus in Nazareth kwamen, namelijk nadat ze eerst voor Herodes moesten uitwijken naar Egypte. Vanuit Egypte wilde Jozef trouwens ook waarschijnlijk weer naar Bethlehem gaan. Maar het was Gods bedoeling dat Jezus in Nazareth zou opgroeien.

 

[1] Zoals veel kinderbijbels ten onrechte weergeven, kennelijk in aansluiting op kanttekening 31 van de SV bij dit vers. De eerste zoon van een levitische vrouw werd overigens nooit gelost, ook niet als de man van een andere stam was. Als Maria dus levitisch was, wat waarschijnlijk lijkt, zou alleen daarom al Jezus niet gelost worden.

[2] Exodus 13:13 ‘Maar wat de mensen betreft, moet u alle eerstgeborenen onder uw zonen vrijkopen’

[3] Herman L. Strack und Paul Billerbeck, Kommentar zum Neuen Testament aus Talmud und Midrasch, Zweiter Band, München 1924, p.122