WOONDEN JOZEF EN MARIA ONGEHUWD SAMEN?
Mattheüs 1
1:20 (…) Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest;
1:24 Toen Jozef uit de slaap ontwaakt was, deed hij zoals de engel van de Heere hem bevolen had, en hij nam zijn vrouw bij zich; 25. en hij had geen gemeenschap met haar totdat zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en hij gaf Hem de Naam Jezus.
Lukas 2
2:4,5 Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.
BEVESTIGENDE MENINGEN
De vraag boven deze bijdrage wordt door sommigen bevestigend beantwoord. Zij verwijzen naar Lukas 2:5 waar toch immers staat, dat Jozef onderweg naar Bethlehem nog enkel ondertrouwd was met Maria. Dus niet getrouwd. En ook in Mattheüs 1:24 lezen ze niet dat Jozef met Maria getrouwd is. Hij nam haar gewoon bij zich in zijn huis. Van deze mening geef ik twee voorbeelden:
- Het eerste is een citaat uit een preek nadat Mattheüs 1:20 is aangehaald: “En dan neemt Jozef Maria bij zich in dat stadje Nazareth. Dat zal wel geroddel gegeven hebben daar. “Heb je ’t al gehoord? Jozef en Maria, die gaan samenwonen, niet eens getrouwd. Ze is al in verwachting”. Later zeggen ze tegen Jezus: “u bent uit hoererij geboren”. Dit laatste is een onterechte conclusie uit Johannes 8:41. In een ander submenu laat ik zien, dat de Farizeeën dit niet bedoelden. En onder het submenu “Maria te schande” weerleg ik de gedachte, dat Nazareners Maria’s zwangerschap hebben opgemerkt en over Maria (en Jozef) hebben geroddeld. Ik laat dat hier dus rusten. Het gaat mij nu enkel over de vraag of de uitspraak terecht is dat Jozef en Maria ongehuwd gingen samenwonen.
Het citaat uit de preek impliceert intussen wel (mogelijk onbedoeld), dat God Zelf (bij monde van de engel) Jozef beveelt om ongehuwd met Maria samen te gaan wonen! Ongehuwde stellen zouden Mattheüs 1:20 zo als een vrijbrief kunnen zien om ongehuwd samen te wonen. Dat kan niet de bedoeling zijn, want het huwelijk is een instelling van God Zelf. Daarom hebben christenen ongehuwd samenwonen altijd afgewezen (zie ook Joh. 4:18). Dit is al een indicatie dat het “bij zich nemen” in Mattheüs 1:20 en 24 blijkbaar anders begrepen moeten worden.
- Het tweede voorbeeld ontleen ik aan het boek Maria, icoon van genade[1]. De schrijver focust zich strikt op het woord “ondertrouwde” uit Lukas 2:5 en stelt dan: “dat ze toch samen reizen is ongehoord” en “Dat ze zwanger is maakt het niet minder dan een schandaal”. Maar zouden de rechtvaardige Jozef en gelovige Maria werkelijk “ongehoorde” dingen doen, die voor een schandaal gehouden konden worden? Binnen het kader van Lukas mag dit zo lijken (!), maar het gaat niet aan om te doen alsof Mattheüs 1:20,24 even niet bestaat. Een vergelijking van Mattheüs 1:20,24 met Lukas 2:5 toont aan, dat er wel iets anders bedoeld is dan ongehuwd samenwonen en reizen.
HUWELIJKSSLUITING
Jozef en Maria waren ondertrouwd. Dat is niet te vergelijken met onze verloving. Ondertrouw was het eerste deel van de huwelijkssluiting, wat nog slechts door echtscheiding ongedaan gemaakt kon worden. Het is iets dat in het openbaar, met getuigen plaatsvindt en dat contractueel wordt vastgelegd. De tijd na de ondertrouw was bestemd voor voorbereidingen voor de bruiloft. De aanstaande bruid ging alles gereedmaken voor het feest en haar nieuwe huishouding. Ze krijgt zeker een jaar de tijd om haar uitzet (kleding en sieraden) in orde te maken. De bruidegom heeft de taak om het bruiloftsfeest voor te bereiden en eventueel voor een woning te zorgen. Deze periode duurde in de regel een jaar, soms enkele jaren. Als alles gereed is volgt de dag van het huwelijk waarop het tweede deel van de huwelijkssluiting plaatsvindt, meestal door de vader van de bruid in bijzijn van familie en bekenden. Aansluitend is de bruiloft en aan het einde daarvan brengt de bruidegom zijn vrouw mee naar zijn huis en gaan ze samen onder één dak wonen. Hij neemt dan zijn vrouw “bij zich” in zijn huis.
MATTHEÜS 1:20,24,25
Wat betekent nu de uitdrukking in Mattheüs 1:20,24 “bij u nemen” en “bij zich nemen” anders, dan dat Jozef en Maria getrouwd zijn (tweede deel huwelijkssluiting, waarschijnlijk met een bruiloft)? Het bij zich nemen van Maria impliceert dat zij getrouwd zijn en het huwelijk volledig is voltrokken. De toenmalige lezers van Mattheüs 1 zouden dat direct begrepen hebben. Wij staan daar in onze westerse cultuur verder bij vandaan en doorzien dat daarom niet direct.
Wie deze uitleg wil negeren moet wel beseffen, dat de enige andere uitleg dan is dat God opdracht geeft om ongehuwd samen te wonen. Dat is vanuit het Bijbels (Gods) getuigenis over het huwelijk echter onaanvaardbaar.
Wat zou ook anders de reden zijn, dat Maria zwanger wordt terwijl zij en Jozef al met elkaar zijn ondertrouwd? Toch niets anders, dan dat zij zouden trouwen, zodat bij Jezus’ geboorte Jozef die uit het huis van David is, de wettelijke vader zou zijn en Jezus tot Davids nageslacht gerekend zou worden. Het huwelijk was inzoverre dus ook een noodzakelijkheid. Acht dagen na Jezus’ geboorte geeft Jozef dan ook als wettelijke vader Jezus de naam bij de besnijdenis (Matth. 1:25), wat alleen kan als hij de echtgenoot van Maria is en niet slechts ondertrouwd. De geslachtsregisters linken Jezus’ afstamming van David niet voor niets expliciet aan Jozefs afstamming van David.
Het kan niet anders of Jozef en Maria zijn in Nazareth getrouwd, voordat zij naar Bethlehem werden geroepen. Omdat zij nog niets wisten van het inschrijvingsbevel van keizer Augustus, vonden daar immers ook de voorbereidingen voor het huwelijk plaats. Onderweg naar Bethlehem reizen zij dus als getrouwd echtpaar. Voor verdere onderbouwing hiervan verwijs ik naar het submenu “Maria te schande”, pagina 4.
LUKAS 2:5
Jozef en Maria waren dus getrouwd toen zij naar Bethlehem reisden. Dat geeft Lukas in Lukas 2 zelf eigenlijk impliciet aan. Want het feit, dat ze samen reizen en in Bethlehem gezamenlijk onderdak zoeken is, gelet op het voorgaande betoog, juist een indicatie dat zij getrouwd waren. Er staat immers dat er voor hen(!), Jozef en Maria samen, geen plaats in de (dus de enige) gastenkamer was. Ze hadden wel op een plaats daar gehoopt, althans dat zou normaliter het geval geweest zijn en sliepen ze in één vertrek.
Kortom, impliciet geeft Lukas dus ook aan, dat ze als getrouwden in Bethlehem aankwamen en verbleven. Het feit dat Lukas, die zeer uitvoerig de gebeurtenissen beschrijft, niets meedeelt over hun huwelijkssluiting, kan juist betekenen, dat deze plaatsvond vóór Lukas 2:1 en dus nog in Nazareth. Bij het woord “ondertrouwde” moeten we dus niet naief op enkel de klank afgaan (klankexegese), maar Schrift met Schrift vergelijken.
Maar waarom schrijft Lukas dan, dat Jozef zijn ondertrouwde vrouw meenam in plaats van gewoon “zijn vrouw”? Daar heeft hij een reden voor. Dan moeten we weer Schrift met Schrift vergelijken, nu met Mattheüs 1:25. Mattheüs schrijft daar dat Jozef met Maria geen gemeenschap had, totdat Jezus geboren werd. Deze regel zou geen zin hebben indien gemeenschap niet vanwege het volledig getrouwd zijn mogelijk was geweest. Omdat Lukas de huwelijkssluiting niet vermeldt, maar wel de ontvangenis uit de Heilige Geest, heeft hij hetzelfde als Mattheüs op zijn manier verwerkt, door Maria Jozefs ondertrouwde vrouw te noemen. Het was toen zeer laakbaar als ondertrouwden voor het huwelijk gemeenschap met elkaar hadden. Lukas legt er zo dus op zijn wijze de nadruk op, dat Jozef geen gemeenschap met Maria had totdat Jezus geboren werd. Jozef was met Maria getrouwd, maar leefde met Maria als waren zij nog ondertrouwd.[2] Zo liet Lukas uitkomen, dat Jezus niet is verwekt door Jozef, al was hij met Maria getrouwd. Jezus is niet de natuurlijke zoon van Jozef maar is ontvangen uit de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Dat onderstreepte Lukas op zijn eigen wijze.
[1] Arnold Huijgen, Maria, icoon van genade, KokBoekencentrum, 2021, p. 107.
[2] Jakob van Bruggen, Lucas, Kok Kampen, 1996, p. 74.
Versie 12022024